Dat schetsen bronnen in Brussel. De gang van zaken is een gevolg van de
afspraak zondagavond dat geen enkel euroland dat de Grieken helpt, daar
financieel nadeel van mag ondervinden.

Volgens minister Jan Kees de Jager van Financiën gaat Nederland flink
verdienen op het uitlenen van 4,8 miljard euro aan Griekenland. De staat
leent tegen 1,5%. Dat geld wordt tegen ongeveer 5% uitgeleend aan Athene.

Het schip in
Portugal is duurder uit dan Nederland op de kapitaalmarkt. Voor tien jaar
staat de rente voor Lissabon op 5,1%. Korter lopende leningen – die uit de
regeling voor Griekenland hebben een looptijd van drie jaar – scoren nu
lager. Maar het is duidelijk dat Portugal bij verder oplopende rente het
risico loopt het schip in te gaan.

De eurozoneministers hebben echter afgesproken verliezen te poolen, en te
verrekenen met winsten van andere landen. Als de rente in staten als
Portugal en Spanje blijft stijgen en boven de 5% komt, gaan landen als
Duitsland en Nederland deze landen subsidiëren.

Geen dwang
Een ander risico zit in de besluitvorming. Bij de driemaandelijkse beslissing
over het vrijgeven van een nieuw leningsdeel kunnen eurolanden elkaar niet
dwingen met dat besluit in te stemmen. Omgekeerd kunnen landen een nieuw
deel ook niet blokkeren.

Dat kan betekenen dat, als één lidstaat weigert te betalen omdat hij twijfelt
over de vooruitgang in Athene, andere landen meer moeten neertellen. Als dat
niet gebeurt, stort het mechanisme in.

De Europese Commissie denkt dat het pakket van 110 miljard euro de
financieringsbehoefte van Griekenland dekt tot eind 2011. In de tweede helft
van dat jaar moet Athene de kapitaalmarkt weer op kunnen.

Lees ook:

PvdA
wil dat banken helpen met Griekenland

Analyse
Kaj Leers: Wat als Griekenland omvalt?

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl